Cleaner and more efficient lamp by space experiment

Ruimte-experimenten leveren schonere en zuinigere lampen

Het duurt niet lang meer voordat de gevolgen van André Kuipers’ ruimte-experimenten merkbaar zullen zijn in de samenleving. Dat zegt plasmafysicus Gerrit Kroesen van de Technische Universiteit Eindhoven, die, in samenwerking met Philips, voor Kuipers’ ruimtemissie DELTA een experiment ontwierp voor de ontwikkeling van energiezuinige lampen. Zijn experiment krijgt een vervolg. SRON Netherlands Institute for Space Research ondersteunt het vervolgonderzoek. Tijdens het mini-symposium over Microgewichtonderzoek op 17 mei in Eindhoven licht Kroesen zijn onderzoek toe.

Er is in Nederland vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines veel belangstelling voor experimenteren in microgewichtomstandigheden. De gewichtsloosheid maakt het mogelijk allerlei biologische en natuurkundige processen beter te bestuderen. Het onderzoek kan plaatsvinden in het internationale ruimtestation ISS, zoals tijdens de DELTA-missie, maar ook in onbemande ruimtecapsules, sondeerraketten of tijdens paraboolvluchten per vliegtuig

De High Intensity Discharge (HID)-lampen (beeld: TU/e).

High Intensity Discharge (HID)-lampen werken door een stroom te laten lopen door een gasmengsel onder druk. Hierdoor ontstaat een lichtgevend plasma. De lampen kunnen worden toegepast voor verlichting van bijvoorbeeld snelwegen of voetbalstadions. ‘De ideale lamp geeft veel licht, zonder stroom te verbruiken. Deze lampen komen daar dicht in de buurt’, aldus Kroesen. Bovendien kunnen de lampen in de toekomst, in tegenstelling tot veel van de huidige zuinige lampen, in principe werken zonder het giftige kwik als bestandsdeel.

Het onderzoek van Kroesen richt zich op het uitbannen van ongewenste randverschijnselen in de lamp. Kroesen: ‘Het experiment op DELTA heeft ons geleerd dat door magneetkrachten in de lamp de lichtgevende plasmabundel krom gaat staan en dat door de zwaartekracht de bundel gaat ronddraaien. Met deze kennis kunnen we de lamp nu verfijnen.’ Dat gebeurt met nieuwe experimenten die waarschijnlijk volgend jaar op een paraboolvlucht zullen plaatsvinden en daarna in het ISS. Om de lampen ook in een breder spectraal gebied te kunnen onderzoeken bouwt de groep van Kroesen een eigen spectrometer. ‘De apparatuur die we nodig hebben is zo specifiek, dat het niet in de handel verkrijgbaar is,’ zegt Kroesen.

ESA-astronaut André Kuipers voert tijdens zijn ruimtemissie DELTA het lampenexperiment ARGES uit (beeld: ESA).

Het onderzoek aan de HID-lampen gaat door, maar dat neemt volgens de plasmafysicus niet weg dat de resultaten van het onderzoek al toegepast kunnen worden. ‘Ik verwacht dat het niet meer zo lang zal duren voordat de gevolgen van ons experiment op DELTA op de een of andere manier in de markt zullen doorsijpelen.’

Tijdens het symposium op 17 mei zullen verschillende onderzoekers hun resultaten en plannen presenteren. Zo zal het ook gaan over onderzoek naar spieren en eiwitkristallisatie. Nederland financiert het onderzoek in gewichtloosheid via SRON. Daar kunnen geïnteresseerde wetenschappers onderzoeksvoorstellen indienen.

Informatie over het programma en de locatie van het symposium is te vinden op:
http://www.desc.med.vu.nl/NL-Symposium_Frames.htm

Het symposium wordt georganiseerd door het Platform Microgravity Nederland (http://www.microgravity.nl/).