New Dutch plans for measurements on methane in the atmosphere

Nieuwe Nederlandse plannen voor methaanmetingen in atmosfeer

De recente Nature-publicatie over de uitstoot van het broeikasgas methaan door planten is voor SRON Netherlands Institute for Space Research aanleiding nieuwe plannen te ontwikkelen om die methaanuitstoot nog beter te meten vanuit de ruimte. “De Nature-publicatie lijkt overeen te komen met de verhoogde methaanuitstoot die onze infrarooddetectoren op het Sciamachy-instrument meten boven tropische regenwouden”, zegt prof. dr. Ilse Aben, hoofd van de groep die zich bij SRON bezighoudt met atmosferisch onderzoek vanuit de ruimte.

Methaankaart op basis van Sciamachy-metingen, vorig jaar gepubliceerd in Science. De verhoogde methaanconcentraties boven de tropische regenwouden in het Amazonegebied en Zuidoost-Azië zijn duidelijk zichtbaar.

Het klimaatonderzoek kreeg afgelopen week een verrassende nieuwe impuls met de vondst van Duitse, Ierse en Nederlandse onderzoekers dat levende planten grote hoeveelheden methaan uitstoten in de atmosfeer. De resultaten volgden uit een laboratoriumexperiment, waarbij verschillende soorten planten onder goed gecontroleerde omstandigheden in een afgesloten ruimte groeiden. Doorgerekend naar mondiale schaal zouden de resultaten kunnen betekenen dat vegetatie voor 10 tot 30% verantwoordelijk is voor de totale uitstoot van methaan in de atmosfeer. In de huidige klimaatmodellen is deze methaanbron uiteraard nog niet meegenomen. De bijdrage van de verschillende bronnen aan methaan in de atmosfeer moet dan ook compleet herzien worden.

De bevindingen komen bovendien overeen met onderzoek met het Nederlands-Duits-Belgisch instrument Sciamachy op de Europese ENVISAT-satelliet, dat vorig jaar het wetenschappelijk tijdschrift Science haalde. "Collega’s van onder andere het KNMI gebruikten de infrarooddetectoren van het instrument om methaan te meten boven tropische regenwouden en vonden verhoogde concentraties ten opzichte van de modellen", aldus Ilse Aben. "Deze detectoren, die SRON ontwikkeld heeft, zijn de enige detectoren die op dit moment vanuit de ruimte methaan kunnen meten tot aan het aardoppervlak. Dat is van essentieel belang omdat de bronnen van methaan zich aan het aardoppervlak bevinden."

Onderste uit de kan

De acht detectoren die SRON bouwde voor Sciamachy. Methaan is zichtbaar met de infrarooddetectoren.

Sciamachy maakt op de ENVISAT sinds de lancering in 2002 per dag ongeveer 14 banen rond de aarde. Het hele bestand aan Sciamachy-data is een nog altijd groeiende schat aan gegevens, onder andere over de concentraties methaan en de verdeling daarvan. Aben: "De publicatie van vorige week is voor ons een extra stimulans om helemaal wat betreft de methaanmetingen te proberen het onderste uit de kan te halen."

 

Dat doen de ruimteonderzoekers door samen met onder andere het Instituut voor Marien en Atmosferisch onderzoek van de Universiteit Utrecht (IMAU) en KNMI de huidige metingen van Sciamachy nauwkeurig te analyseren en goed te valideren. Daartoe is recentelijk bij de overheid een voorstel ingediend. "Het plan is dan ook om de Sciamachymetingen aan methaan boven tropische regenwouden verder te optimaliseren en te vergelijken met metingen die we in het Amazonegebied vanaf de grond willen doen. Daarvoor moeten we dus met meetapparatuur het woud in. Ook geeft de vondst van de nieuwe methaanbron een extra impuls voor het ontwikkelen van toekomstige atmosferische satellietinstrumenten van Nederlandse bodem", zegt Ilse Aben.

De ESA-satelliet ENVISAT, gelanceerd in 2002. (figuur: ESA)

In Nederland is door Dutch Space, TNO en SRON bijgedragen aan de bouw van Sciamachy. SRON heeft de detectormodules ontworpen, geconstrueerd en getest. Ook is SRON betrokken bij de calibratie van het instrument, een deel van de verwerking van de datastroom die het instrument naar de aarde stuurt, en uiteraard de wetenschappelijke interpretatie van de metingen.